Spiegeltje, spiegeltje aan de wand…
Dinsdagmiddag 3 mei. Locatie WTC Arnhem Nijmegen. Plaats van handeling: één van de vergaderzalen van Regardz op de twaalfde verdieping, met een majestueus uitzicht over het nieuwe station Arnhem Centraal. Hier houdt Ton Planken een presentatie over creativiteit in zaken. Vol verwachting komen we binnen. Daar staat het object waar het deze middag over zal gaan: een hele grote blauwe spiegel. Bij mij komen spontaan de eerste zinnen van het sprookje in het hoofd op. En dat is ook direct wat Ton ons wil vertellen: dat we dingen observeren, dat mensen ons informatie geven in woord en beeld, maar dat wij daar in alle gevallen weer ons eigen ‘plaatje’ van maken. Met dat gegeven gaan we een dynamische middag tegemoet.
Ton Planken is een kind met 70 jaar ervaring. En de energie die zo gewoon is bij kinderen vind je ook bij hem terug. Tijdens zijn presentatie valt hij geen moment stil, maar slaat ons humoristisch maar dwingend om de oren met zijn visie op communicatie. En dan specifiek: communicatie in zaken. Ton start met een serieus gedicht waar de spiegel een hoofdrol in heeft. Het hele gedicht kunnen we niet reproduceren, wel de afsluitende regel. Die luidt: “je bent een smiecht als je je spiegelbeeld bedriegt.” En dat is de aftrap van een 73 minuten en 26 seconden durend betoog.
Ton vertelt dat wij in Nederland een praatcultuur kennen. We praten meer dan we luisteren. Hij laat ons een telefoonhoorn zien. Zo’n ouderwetse, nog met een draadje van de hoorn naar het toestel. Die hoorn is voor hem het symbool van onze manier van communiceren: de hoorn heeft 40 gaatjes om in te spreken, en slechts 8 om de berichten van de mens aan de andere kant te beluisteren. Vreemd, want luisteren naar anderen – zoals naar de klant – is essentieel om tot elkaar te komen. Daarbij gebruiken we beeld en taal, prachtige hulpmiddelen om iets over te brengen, maar de boodschap wordt daarbij soms anders ontvangen dan bedoeld is. Ton illustreert dat met de zin “de zwarte kat maakt een lekker geluid”, die moeiteloos gereproduceerd kan worden door velen in de zaal. Vraagt Ton echter naar het formaat van de kat, het soort geluid en de kleur van de ogen van het dier, dan komt er een grote verscheidenheid aan antwoorden op tafel. Die informatie werd met taal niet overgebracht en toch heeft iedereen daar een eigen invulling aan gegeven. Interessant om te beseffen. Communicatie is dus veel meer dan alleen taal en beeld.
Daarbij geeft Ton aan dat we, om goed te communiceren, het kind in ons weer tot leven moeten wekken. Kinderen vragen om informatie, om zo te snappen wat er nu eigenlijk bedoeld wordt. Ze vragen wel 400 – 500 keer per dag iets dat begint met hoe-wie-wat-waar-wanneer-waarom. Dat zouden wij ook moeten doen. De ander vragen wat hij bedoelt. Of jezelf vragen wat het betekent. Ton illustreert dat met het verhaal van de makelaar die een prachtig huis in de duinen in Zeeland wil verkopen aan een geïnteresseerde partij. Tijdens de bezichtiging vragen de potentiele kopers wat de naam van het huis – de Banjaard – betekent. De makelaar geeft aan dat hij geen idee heeft, en zegt er bij “grappig, u bent al de 22ste die dit vraagt”. Had hij de nieuwsgierigheid van een kind, dan had hij zeker al na de eerste keer dat het gevraagd werd de betekenis van ‘Banjaard’ opgezocht.
De belangrijkste boodschap die Ton meegeeft is: ‘HINBWJZ* maar HIBWDADDJZ**’. Hierna stopte de stortvloed van woorden en kregen we de ruimte om tijdens de borrel alles wat de revue passeerde te laten bezinken. Ton had daarbij nog een fijn cadeau voor ons allen: een exemplaar van zijn boek “SpringPlank naar creativiteit”. Mét daarin een persoonlijke en handgeschreven boodschap van deze eigenwijze 70-jarige. En het verzoek toch vooral iedere dag en na iedere actie jezelf te confronteren in de spiegel. Opdat je jezelf nooit bedriegt.
Dank Ton, het was een feestje!
* Het Is Niet Belangrijk Wat Je Zegt
** Het Is Belangrijk Wat De Ander Denkt Dat Je Zegt!
PS: En? Bent u nog net zo nieuwsgierig als een kind? Hebt u de betekenis van ‘Banjaard’ inmiddels al opgezocht? Wij wel. En nee, wij zeggen niets. 🙂